Grensoverschrijdende samenwerking in de gezondheidszorg
De grens tussen Vlaanderen/België en Nederland is vervaagd, met vrij verkeer van personen en goederen, maar in de gezondheidszorg blijft de grens tastbaar, met moeizame samenwerking. Daarom startte het ANV, geïnspireerd door de Vlaamse vertegenwoordiging in Den Haag, twee jaar geleden een initiatief om de knelpunten in kaart te brengen en oplossingen te vinden. Dat leidde tot het symposium op 19 november in Brussel, georganiseerd samen met Vlaamse, Belgische en Nederlandse overheden, en het onderzoeksinstituut ITEM, met steun van DG Santé van de Europese Commissie, bijgewoond door honderd deelnemers ter plekke en tweehonderd via de computer.
De patiëntenrichtlijn van 2011 geeft EU-burgers recht op gezondheidszorg in elke lidstaat met vergoeding door en onder de voorwaarden van de eigen lidstaat. Een mooi beginsel, maar de toepassing gaat vaak mank, want patiënten lopen financiële risico’s. Tussen België en Frankrijk loopt het vrij soepel, maar tussen België en Nederland niet, omdat de financiering van gezondheidszorg en de terugbetaling van medische kosten in beide landen grondig verschillen. Elke vraag wordt afzonderlijk beoordeeld. Er is geen structurering en dus geen zekerheid. Er lijkt ter aanvulling van de patiëntenrichtlijn behoefte aan een bindende afspraak over de wijze waarop elk land medische interventies in het andere land vergoedt.
Ook samenwerking tussen gezondheidsinstellingen is vaak niet eenvoudig. Het Terneuzense ziekhuis Zorgsaam en het Gentse Universitair Ziekenhuis werken al twintig jaar samen, maar hebben een waslijst aan knelpunten, bijvoorbeeld bij de voor- en nazorg. Dat belooft wat voor de startende samenwerking tussen Klina Brasschaat en Bravis Roosendaal.
Het symposium heeft een aantal problemen geschetst, maar nu moet de hand aan de ploeg geslagen worden. Voer voor het recent opgerichte Schakelpunt Grensbelemmeringen Vlaanderen-Nederland.