Het West-Vlaams, een regionale taal in Frankrijk

door Wido Bourel

Een oude herberg heet opnieuw In de zunne, het huis van een gewezen schoenmaker De gelaarsde katte en de gebouwen van een vroeger hotel werden door de trotse bewoners weer voorzien van een naambord: De witte leeuw. Je kan er haast niet meer naast kijken: duizenden borden in het West-Vlaams en/of het Nederlands verschenen de jongste decennia op particuliere huizen en publieke gebouwen in het straatbeeld van Frans-Vlaanderen. Het is er tegenwoordig ‘très chic’ een West-Vlaams of Nederlands naambord aan te brengen op de gevel van je huis. Het verschijnsel breidt zich uit, terwijl er sprake is van de zwanenzang van de West-Vlaamse streektaal in het noorden van Frankrijk. Hoe valt deze ultieme uiting van een verdrongen identiteit te begrijpen?

De empathie van de socioloog

Ere aan wie ere toekomt: het initiatief om geel-zwarte naambordjes in de streektaal te plaatsen werd genomen door priester-leraar Luc Vranckx (1931-2014), geholpen door Jean-Claude Bottin (1938-2012), een Frans-Vlaamse grafisch ontwerper. De socioloog Vranckx had goed begrepen dat de trots van de Frans-Vlamingen op hun cultuur zich ook kon uiten in kleine dingen zoals een naambord op het privédomein. Ondertussen voltooide de Franse overheid, bewust of onbewust, drie eeuwen verfransing. In de jaren tachtig van de vorige eeuw richtten ze hiervoor een werkgroep op, Euvo genaamd, wat staat voor Europa der Volkeren. Onder die naam wordt vandaag het werk van deze pioniers door een groep vrienden voortgezet. Wie had ooit gedacht dat de actie zo een omvang zou krijgen? De vraag naar nieuwe naamborden kan men nauwelijks bijhouden.

Euvo (Europa der Volkeren) plaatst al jarenlang in Frans-Vlaanderen naamborden met Nederlandse of Vlaamse opschriften. Foto Mark Ingelaere

Een tweetalig charter

Een ander, opmerkelijk initiatief om het straatbeeld te vervlaamsen gaat uit van de Akademie voor nuuze Vlaemsche taele (AVNT). Deze groep bevordert het West-Vlaams als officiële regionale taal in het noorden van Frankrijk en biedt de gemeenten, verenigingen en bedrijven in de streek een tweetalig charter genaamd Ja om ’t Vlamsch (sic) naar de voorbeelden van andere regio’s als Bretagne, Corsica of Occitanië. Doel is de plaatselijke politieke autoriteiten te overtuigen in de twee talen te communiceren, Frans én West-Vlaams, en hun faciliteiten aan te bieden voor een tweetalige bewegwijzering. Een vijftiental gemeenten doet reeds mee en heeft het charter ondertekend. De gekozen spelling voor de initiatieven is niet altijd even gelukkig, soms ronduit verzonnen, of gebaseerd op de gesproken taal in plaats van op historische bronnen. Zo heeft de AVNT voor de gemeentenaam Flêtre, het geboortedorp van de Vlaamse humanist en historicus Jacob De Meyere (1491-1552), niet de historische benaming Vleteren, maar Vleeter gekozen. Een gemiste kans dus. En de gemeente Wormhout heeft de leuze van de Franse Republiek nogal snel vertaald door … Liberteit, Gelijkigheid, Fraterniteit.

Wat met het Nederlands?

De late erkenning van de streektaal dit jaar door de regionale raad van de Hauts-de-France geeft aan het West-Vlaams voortaan een officiële status en hiermee, recht op subsidies, personeel, opleidingen in de scholen enz. Een ongewenst resultaat evenwel is dat allerlei initiatieven niet Frans-Nederlands, maar Frans-West-Vlaams worden opgevat. Een West-Vlaams dat eigenzinnig door de AVNT van een archaïsch aandoende schrijfwijze wordt voorzien. Een West-Vlaams dat ook als een aparte taal, los van het Nederlands, wordt gepositioneerd door de zelfverklaarde Academie en zo een concurrent wordt voor het Nederlands onderwijs.

Wido Bourel is Frans-Vlaming, publicist en promotor van de Nederlandse taal en cultuur in zijn geboortestreek. Contact: widopedia@hotmail.com

Dit artikel werd gepubliceerd in Neerlandia 2018/3.

Bekijk de inhoud van dit nummer

Naar boven