Nederlands-Vlaams tijdschrift over taal, cultuur en maatschappij
Eerst nog dit …
Onderwijs met of zonder AI

In het vorige nummer van Neerlandia heb ik uitgelegd dat het onderwijs artificiële intelligentie helemaal niet hoeft te omarmen, maar dat we leerlingen en studenten moeten leren om het door AI geproduceerde kritisch te beoordelen, en dat AI ingezet kan worden ter ondersteuning van creatieve processen. Dat veronderstelt dat je mensen eerst opleidt zonder AI, zodat ze zelf de nodige kennis en vaardigheden verwerven die ze later nodig zullen hebben om door AI gegenereerde inhoud op zijn waarde te schatten.
Langzamerhand begint in het onderwijs de wat flauwe oproep om AI te omarmen, plaats te maken voor kritischer geluiden. Zo circuleren er al modellen voor een doordacht AI-gebruik in het onderwijs, bijvoorbeeld een schaal van vijf niveaus: 1) AI niet toestaan, 2) AI inzetten om ideeën te verzamelen en/of structuur te bieden, 3) AI inzetten om tekst te bewerken of te verfijnen, 4) AI inzetten om aan te vullen, 5) AI helemaal toestaan.
Het zijn nobele maar heilloze pogingen om noodgedwongen rekening te houden met AI, met de zekerheid dat leerlingen en studenten AI gebruiken, ook al is dat niet de bedoeling. Het mag evenwel duidelijk zijn dat er maar twee werkwijzen mogelijk zijn. Ofwel AI helemaal toestaan, je erbij neerleggen dat het er is en dat men het gebruikt, zoals men ook gps gebruikt en geen wegenkaarten meer kan lezen, een rekenmachine gebruikt en niet meer kan hoofdrekenen, de spellingchecker gebruikt en de spellingregels niet meer kent. Ofwel AI helemaal verbieden … Maar hoe doe je dat? Dat kan alleen door leerlingen en studenten onder controle te laten werken. Schrijfopdrachten, wiskundeopgaven, rekenwerk … op school te laten uitvoeren onder het toeziend oog van de docent. Het zal niet anders kunnen als we willen dat leerlingen en studenten zelfstandig teksten leren schrijven, vraagstukken oplossen, wiskundeopgaven uitwerken, denken, redeneren, analyseren, concluderen …
De Nederlandse neuropsycholoog Erik Scherder wijst erop dat het gebruik van AI voor jonge mensen tot de leeftijd van dertig jaar rampzalig is. ‘Ondergebruik’ van de hersenen leidt tot AI in de zin van afnemende intelligentie. De eerste dertig levensjaren moeten gebruikt worden om te leren nadenken (verbindingen maken in het brein) en creativiteit te ontwikkelen. Dat is bepalend voor de opbouw van veerkracht, d.w.z. de vaardigheid om met moeilijkheden om te gaan.
De Duitse psychiater en hersenonderzoeker Manfred Spitzer wees in Digitale dementie: Hoe we ons verstand kapotmaken (2012) en in Digiziek (2016) op de gevaren van computers, smartphones, organizers en gps-toestellen. Het systematische gebruik ervan leidt bij jonge mensen tot lees- en aandachtstoringen, angsten, afstomping, slaapstoornissen, depressies, overgewicht, bereidheid tot geweldpleging en sociale neergang.
De vraag is dus: hoe organiseren we het onderwijs, zodat er op school ruimte en tijd genoeg is voor de uitvoering van opdrachten die vroeger naar huis meegenomen werden, zodat leerlingen en studenten hun eigen denkvermogen en creativiteit ontwikkelen? Het zal niet anders kunnen dan met een uitgebreider urenpakket, zodat ‘huiswerk’ op school gemaakt wordt.

Peter Debrabandere, hoofdredacteur
Contact: peter.debrabandere@scarlet.be
Dit artikel werd gepubliceerd in Neerlandia 2025-3.