Nieuwjaarstoespraak ANV 2018
Media en democratie: een tweespan?

door Luc Van den Brande
Wie dacht dat ik vandaag een toespraak zou houden over president Trump of zijn ondertussen geaccrediteerde ambassadeur in Nederland, moet ik ontgoochelen. Wat mij bezighoudt, is het belang van betrouwbare media in een democratie en het belang van een goed werkende democratie voor betrouwbare media. Wat is de plaats van en wat zijn de veranderingen in de media en het mediagebruik, wat is het belang van mediageletterdheid? Wat is het belang van een solide rechtsstaat, van het respect voor vrije meningsuiting en het recht op informatie voor de democratie? Is het ene voorwaarde voor het andere en omgekeerd? Is er een verband tussen beide?
Veranderde communicatie
Vandaag verstaan we onder media een veelheid aan inhouden: kranten, weekbladen, berichten, maar ook de elektronische- en sociale media, eigenlijk alle bronnen van informatie die ons op weg helpen naar inzicht en opinievorming. De verslagen die Julius Caesar systematisch naar Rome stuurde over zijn veldslagen, zijn wellicht een van de eerst bekende vormen van informatieoverdracht. Toen ging het om berichten op lange afstand en met redelijk lange aflevertijd.
Informatie kreeg een nieuwe wending door de boekdrukkunst, een informatie- vermenigvuldiger van formaat die echter nog kampte met problemen van verspreiding. Die werden geleidelijk opgelost met de uitgave van couranten, voorlopers van onze kranten. In vele exemplaren gedrukt en verspreid, al bleven de kosten van verspreiding een heikel punt: nog steeds is daar in België aanzienlijke overheidssubsidie voor nodig.
Ongeduldig als we zijn, groeide de behoefte aan instant nieuws. De landing op de maan was daarbij een eerste aanjager, maar een oorlog was de versneller: in 1991 konden we voor het eerst in real time de strijd in Irak volgen. Die realtimecommunicatie is nu de sterkte van Twitter, niet de beknoptheid ervan, die te vaak beknot denken verraadt. Met Twitter verscheen de nieuwe communicatie: niet langer eenzijdig vanuit het aanbod, maar tweezijdig: informatie in dialoog. Informatie steunt nu steeds meer op cocreatie, informatie die ook vraaggestuurd wordt. Dat is een spectaculaire evolutie: van één-tot-enkelen, naar van één-tot-velen en uiteindelijk van velen-tot-velen. Maar ook nu blijft de kernvraag: zijn we betrouwbaar geïnformeerd?
Gewijzigd gebruik in een veranderende wereld
Consumptiepatronen van communicatie veranderen: uitgesteld kijken wordt belangrijker en wereldspelers komen steeds vaker onze huiskamers binnen. We constateren bovendien een groeiende generatiekloof. Terwijl de traditionele massamedia (televisie, radio en kranten) nog steeds de voornaamste informatiebronnen zijn voor mensen van 55 jaar en ouder, geldt dat niet meer voor de jongeren: online sociale netwerken zijn hun uitverkoren informatiebron. Die informatiebron wint razendsnel aan kracht. Burgers erkennen haar politieke nut, maar hebben ook kritiek op de onbetrouwbaarheid ervan.
Terwijl de traditionele massamedia (televisie, radio en kranten) nog steeds de voornaamste informatiebronnen zijn voor mensen van 55 jaar en ouder, geldt dat niet meer voor de jongeren: online sociale netwerken zijn hun uitverkoren informatiebron
Traditionele media genieten nog steeds meer vertrouwen dan sociale media: slechts 24% van de mensen in dertig onderzochte landen vindt dat sociale media goed zijn in het scheiden van feit en fictie, terwijl 50% vindt dat traditionele media dat goed doen. Sociale media zijn inderdaad debet aan de toename van ‘alternatieve feiten’ en mythen.
Communicatie in haar veelvormigheid is ondertussen grotendeels geïntegreerd in onze digitale samenleving. Digitale democratie draagt in toenemende mate bij tot betrokkenheid en mondigheid van burgers. Sociale media maken immers de snelle verspreiding van informatie mogelijk, waaronder weliswaar ook nepnieuws. Van publieke instellingen wordt nu verwacht dat zij daar vrijwel onmiddellijk gepast op reageren.
Het continue gebruik van sociale media heeft ook zijn keerzijde: het leidt onderhand tot digi-obesitas. Anonieme digitaal verslaafden trekken wanhopig naar ontwenningsbijeenkomsten. Facebook – dat communicatiemiddel van het dagelijks privéleven – is een kans voor wereldwijd persoonlijk contact, maar evenzeer een bedreiging voor de privacy. Oneigenlijk gebruik van de informatie maakt er een kwalijke usurpator van. Het is daarom legitiem dat de Europese Commissie grenzen trekt, zoals ook het Bundeskartellamt in Duitsland voorstelt. Vooral ook omdat het een potentiële bron van politieke manipulatie gebleken is. Het is belangrijk om bedacht te blijven voor mogelijk misbruik van e-democratie, die in de handen van antidemocratische krachten een destructief instrument kan worden.
Opdracht van de media
Nieuwe technologieën, en met name sociale media, stellen burgers in staat hun mening direct kenbaar te maken. Dankzij technologieplatforms en -systemen kan iedere burger tegenwoordig niet alleen een passieve ontvanger maar ook een actieve producent van informatie worden en zelf het informatielandschap in real time beïnvloeden. Dat is echte democratisering van de informatieverstrekking voor de burger, als consument en als producent.
Een neveneffect is dat het gedrukte woord onder druk komt te staan en de vraag rijst of kranten een stille dood zullen sterven. Ik ben daar niet van overtuigd. De krant van de toekomst zal er anders uitzien, maar wel een nuttige filter op de ruis blijven. Wel dient opgemerkt te worden dat de traditionele media, onder druk van de economische gevolgen van die overweldigende diversificatie van communicatiekanalen, gretig op zoek gaan naar sensationele onderwerpen om publiek aan zich te binden. Dat komt de kwaliteit en betrouwbaarheid van de traditionele media niet ten goede, zoals blijkt uit extremistische en populistische ontwikkelingen, en zoals gestaafd wordt door recente studies. Zo’n ontwikkeling vraagt om nieuwe vormen van waakzaamheid, waarin instellingen net zo goed als individuen een verantwoordelijkheid hebben.
Nieuwe technologieën, en met name sociale media, stellen burgers in staat hun mening direct kenbaar te maken
Democratisch kunnen burgers alleen maar een gefundeerde mening vormen en rationele beslissingen nemen als zij behoorlijk geïnformeerd zijn. Dat de media daarin een belangrijke rol toekomt, hoeft geen betoog. Radio, televisie en andere media zijn cruciaal als tegenwicht tegen andere machten. Hun wacht een taak in het nieuwe medialandschap.
Journalistiek heeft verschillende functies: informatiefunctie, debat- en forumfunctie, communicatiefunctie, verantwoordingsfunctie en ten slotte een functie van agendasetting: het agenderen van punten die het functioneren van de democratie bevorderen. Een overkoepelende opdracht bij dit alles is de waakhondfunctie en de uitvoering van onderzoeksjournalistiek. Media als vierde macht en als externe controle dienen al vanaf de 18e eeuw om de andere machten in evenwicht te houden (toen: clerus, adel en stedelingen, nu: wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht). Hoe beter de vierde macht functioneert, des te sterker de democratie.
Openbare omroepen spelen daarin een bijzondere rol. Opgericht om politiek pluralisme in de Europese samenlevingen te waarborgen, mogen zij niet afhankelijk zijn van de regering of van de markt. Openbare omroepen hebben een specifieke taak: gebruikers als burgers benaderen en niet louter als consumenten. Hun behoorlijke financiering en hun onafhankelijkheid zijn daarbij cruciaal. Zij krijgen middelen om inhoud te maken en maken geen inhoud om middelen te krijgen. Zij dienen onderzoeksjournalistiek te verzorgen, inhoud te brengen die andere spelers niet kunnen of durven brengen.
Hoe nu omgaan met die principes in een online omgeving?
Mediabedrijven en zeker publieke omroepen hebben het niet gemakkelijk. Regeringen willen graag controle uitoefenen op het internet (Turkije en China). Bovendien is de meeste online informatie klikgedreven: kliks van gebruikers bepalen de prioriteiten in het nieuws. Dat mag voor publieke omroepen niet het enige criterium zijn. Continue vermarkting en internationalisering van de journalistiek is immers een feit: winst staat voorop, vaak niet goede informatie.
Wat betreft mediageletterdheid is er, óók op Europees niveau, gerede twijfel over de vaardigheid van de meerderheid van de bevolking om online informatie te vinden, te begrijpen en te beoordelen. Een aanzienlijk deel van de bevolking speelt niet mee op het internet en creëert zelf geen inhoud. Daarom dienen mediaspelers een filter aan te brengen, te selecteren. Verscheidenheid van opinies dient aangeboden te worden, maar die dient ook begeleid te worden. Mediageletterdheid versterkt kritische zin en dat is belangrijk in een fel gepolariseerd online politiek discours.
Hoe kunnen burgers versterkt worden?
Allereerst door de informatietoegang te faciliteren en zo de kennis te verhogen: online verbinden met informatie op radio en tv, met aangepaste formats aanwezig zijn waar de burgers zich bevinden. Mobiel eerst is onderdeel van de strategie, evenals expliciet bronnen aangeven en investeren in algemene mediageletterdheid.
De vierde macht kan alleen haar plaats geloofwaardig blijven claimen als ze een vierde gezag is dat steunt op kwaliteit van informatie.
Informatie als basisrecht en democratisch recht
We weten dat sterke media bijdragen tot een sterke democratie, maar ook omgekeerd: in stevig geënte democratieën zijn media sterker. Dat is een basisgegeven voor media, journalistiek en democratie.
Voor de Europese Unie en de lidstaten is daarom zo’n belangrijke rol toegekend aan het handhaven van de pluriformiteit, transparantie en objectiviteit van de media, zoals verklaard in artikel 11, lid 2, van het Handvest van de Grondrechten. Maar ook het bevorderen van de toegang tot en het gebruik van IT-instrumenten is daarin essentieel.
Onpartijdige achtergrondinformatie is essentieel voor betrouwbare media. Daarbij gaat het om objectiviteit, expertise, grondige kennis en betrouwbaarheid van bronnen.
Expressie van en toegang tot politieke informatie en meningen in een digitale omgeving is elementair voor de versterking van de democratie. Online ethiek bij politieke informatie en de wil van alle media-actoren om een fair politiek debat te promoten, zijn met elkaar verbonden en fundamenteel voor het goed functioneren van een democratie in een digitaal tijdperk.
Vertrouwen in media hangt heel sterk samen met de politieke context. Hoe democratischer het land, hoe hoger het vertrouwen in nieuwsmedia; hoe meer gepolariseerd de politiek (cf. het tweepartijenstelsel in de VS en het VK), hoe lager het vertrouwen in de nieuwsmedia.
Onpartijdige achtergrondinformatie is essentieel voor betrouwbare media
Informatierecht raakt aan de drie pijlers die een geëmancipeerde samenleving stutten: mensenrechten, democratie en de rechtsstaat. Voor alle drie is geïnformeerd burgerschap immers essentieel. En daaraan dienen overheden actief bij te dragen, door zorg te dragen voor een media-ecosysteem, maar evenzeer door de onafhankelijkheid en de financiering van de openbare omroepen te verzekeren.
Ik stel vast dat overal, ook in Nederland en België, de openbare omroepen onder druk staan en hun financiering bedreigd wordt, al zijn ze van vitaal maatschappelijk en democratisch belang. Voldoende gefinancierde en sterke openbare omroepen dragen bij tot een volwaardige democratische samenleving. Is dat objectief vaststelbaar? Ja, zoals blijkt uit de analyses van de European Broadcasting Union. Daarin is vastgesteld: hoe hoger de persvrijheid, hoe hoger het vertrouwen in de media. Ook is een behoorlijk gefinancierde openbare omroep een aanwijzing gebleken voor democratisch bestuur. Verder is uitgewezen dat voldoende bereik van de openbare omroep leidt tot hogere participatie in verkiezingen en dus tot een beter democratisch gehalte van een land. Bovendien leidt een groter aandeel van de openbare omroep tot minder extreemrechtse opvattingen, wat belangrijk is voor de cohesie tussen de mensen. En ten slotte blijkt bij een groter aandeel van de openbare omroep corruptie beter onder controle te zijn en dus het bestuur ook beter te zijn.
Besluit
Media kunnen beter hun rol vervullen in een democratische context omdat zij leiden tot grotere betrouwbaarheid. Democratie kan beter gedijen wanneer vrije media volledig hun werk kunnen doen binnen een globaal media-ecosysteem en wanneer een sterke openbare omroep gewaarborgd is.
Ja dus, media en democratie vormen een tweespan
Uit de jaren dat ik rapporteur was voor de Raad van Europa om de monitoring te doen van de Russische Federatie en Turkije, heb ik geleerd dat de vrije meningsuiting, sterke mediaspelers en vooral sterke openbare omroepen, een graadmeter zijn voor een volwaardige democratie. Ja dus, media en democratie vormen een tweespan.
Ten slotte, bij wijze van toemaat
Openbare omroepen spelen een onmiskenbare rol waar het om taalgebruik gaat. De standaardtaal dient in Noord en Zuid onverkort de maatstaf te blijven en tussentaal kan alleen een bepekte ruimte krijgen in specifieke belevingscontexten. Men zegt, terecht, dat taal een zaak is van communicatie tussen mensen en dat meertaligheid belangrijk is om andere culturen tegemoet te treden en te ontdekken. Maar taal is meer dan dat: het is deel van onze identiteit omdat ons denken ver-taald wordt. Maar evenzeer is taal democratie: daarom is het gebruik van het Nederlands waar het om Europese besluitvorming gaat – die immers voor zeventig procent lokaal doorwerkt – uiterst belangrijk. Voor de democratie zou het een geweldige stap achteruit zijn als we ons zouden schikken naar één taal, die niet de onze is. Hier vervullen de media en vooral de openbare omroepen een belangrijke democratische vertaalopdracht.
Ik wens het ANV een sterk en vruchtbaar jaar. En ieder van u een deugddoend jaar vol zegeningen.
Luc Van den Brande is voorzitter van de raad van bestuur van de VRT.
Contact: luc.vandenbrande@telenet.be
Dit artikel werd gepubliceerd in Neerlandia 2018-1