Neerlandia
Nederlands-Vlaams tijdschrift voor taal, cultuur en maatschappij
Eerst nog dit …
Steeds meer Engels theater
Peter Debrabandere is docent Nederlands, Duits en copywriting in het hoger onderwijs en hoofdredacteur Neerlandia
Zowel in Nederland als in Vlaanderen was en is er het afgelopen jaar sprake van besparen op de subsidie-uitgaven in de cultuursector, onder andere het theater. Bij de start van het nieuwe theaterseizoen en in de context van de theaterfestivals van Antwerpen en Amsterdam (allebei van 5 tot 15 september) verschenen in De Standaard meerdere artikelen over het toenemend aantal Engelstalige opvoeringen in onze theaterzalen.
Het programma van het Antwerpse Theater Festival bevat enkele Engelstalige opvoeringen, daarnaast uiteraard meerdere Nederlandstalige, maar eveneens een stuk waarin het Frans en het Nederlands naast elkaar gebruikt worden, en een stuk in het Braziliaans Portugees. Ook in het Nederlands Theater Festival van Amsterdam staan er Engelstalige producties op het programma. De meerderheid van de opvoeringen is nog wel Nederlandstalig.
In de artikelen in De Standaard laat theaterjournalist Wouter Hillaert meerdere theatermakers, acteurs en regisseurs aan het woord. Zij schetsen een beeld van de achtergronden waartegen het toegenomen gebruik van het Engels in onze toneelzalen te begrijpen is. De toegenomen internationalisering van de theateropleidingen met buitenlandse studenten en docenten speelt volgens hen daarbij een rol. De mondiale focus van jonge acteurs, door internet en sociale media, met hun belangstelling voor gender- en LGBTQ-thema’s, waarover internationaal uitsluitend in het Engels gedebatteerd wordt, zou ertoe leiden dat het Engels voor hen een natuurlijker omgeving is dan het eigen Nederlands.
We lezen ook over het bevrijdende karakter van het Engels, dat ervoor zorgt dat je als acteur geen last meer hebt van “de emotionele ballast van je moedertaal”, of dat “bijna oprechter dan Nederlands” aanvoelt. Voorwaar, twee uiterst vreemde argumenten voor wie van taal, expressie en emotie zijn beroep maakt. En zelfs als toneelmakers en acteurs zich bij het Engels beter voelen, dan moet je je ook afvragen of dat ook voor het publiek geldt. Acteren doe je voor een publiek, niet voor jezelf.
Uiteraard is er niets op tegen dat er niet alleen Nederlandstalig toneel opgevoerd wordt, dat ten behoeve van expats in grotere steden ook Engelstalig (en bijvoorbeeld ook Spaans- of Duitstalig) toneel geprogrammeerd wordt. Of dat anderstalige toneelstukken door buitenlandse theatergezelschappen in de oorspronkelijke taal met boventiteling gebracht worden. Maar dat Nederlandstalige gezelschappen het Engels boven het Nederlands verkiezen bij opvoeringen die voor Nederlandstalig publiek bedoeld zijn, stemt toch op z’n minst tot nadenken. Moet de overheid dat theater subsidiëren? Toneelgezelschappen geven als argument ter verdediging van hun keuze voor het Engels dat ze op die manier een opstapje hebben voor opvoeringen in het buitenland. Dat is vooral een commercieel argument ter ondersteuning van de eigen carrièrekansen. Maar theater in Vlaanderen en Nederland, dat door de Vlaamse en Nederlandse belastingbetaler gefinancierd wordt, moet het eigen Nederlandstalige publiek dienen en niet de carrièremogelijkheden van de gezelschappen.
Contact: peter.debrabandere@scarlet.be
Dit artikel werd gepubliceerd in Neerlandia 2024-3.