Samenlezen van erfgoedverhalen met mensen die Nederlands leren

Nederlands als tweede (of derde, vierde, vijfde) taal

Cover ‘Dierenverhalen om samen te lezen’

Nederlands, ik ga ervan uit, beste lezer, dat het uw moedertaal is. De taal waarin u bent opgevoed, waarin u denkt en droomt, waarin u geluk en verdriet kent. Kortom: de taal waarin u leeft. Of, mocht het niet uw moedertaal zijn, dat u er voldoende mee vertrouwd bent. Dat u zich haar eigen hebt gemaakt, aangezien u lezer bent van dit blad. Welnu, dat geldt natuurlijk niet voor een heleboel mensen in Vlaanderen en Nederland.

Elien Doesselaere

Mensen die – vrijwillig of anderszins – migreerden naar de Lage Landen, hebben (door de bank genomen) geen kennis van het Nederlands. Voor de volwassenen onder hen zijn er cursussen NT2, Nederlands als tweede taal. In Vlaanderen leren minderjarigen Nederlands in Onthaalonderwijs voor Anderstalige Nieuwkomers (OKAN). In werkelijkheid wordt Nederlands voor veel mensen hun derde, vierde of vijfde taal. In 2023 meldden zich in Vlaanderen en Brussel 77.951 anderstaligen aan voor een cursus Nederlands tweede taal. Zo’n 12.100 nieuwkomers moesten een cursus Nederlands tweede taal volgen in het kader van hun inburgeringstraject. Alle anderen, de overgrote meerderheid dus, volgden de lessen vrijwillig (Macken, 2024).

De mensen die in deze schoolbanken zitten, hebben uiteenlopende profielen: van een bankbediende en een chirurg over een professioneel gewichtheffer tot een kok. De scholen waarin ze terechtkomen, zijn dan ook verschillend: mensen die kunnen lezen en schrijven (in welke taal en alfabet dan ook), en een langere opleiding genoten in hun thuisland, gaan naar een CVO, een Centrum voor Volwassenenonderwijs. Doorgaans pikken zij het Nederlands vrij snel op.

Er zijn ook mensen die trager vorderen of nog niet gealfabetiseerd zijn, personen die niet kunnen lezen of schrijven en doorgaans niet geschoold zijn. Zij komen (in Vlaanderen) terecht in het netwerk Ligo met dertien centra voor basiseducatie, waar ze lessen Nederlands volgen en dus ook leren lezen en schrijven. Hoe snel mensen zich de Nederlandse taal eigen maken, verschilt van persoon tot persoon. Het hoeft geen betoog dat ze veel stress ervaren (familie en vrienden in oorlogsgebied, moeite om een huis en/of werk te vinden, geen netwerk in Vlaanderen, enz.). Deze factoren hebben allemaal een niet te onderschatten impact op de leersnelheid. Om het met het Europees Referentiekader voor Moderne Vreemde Talen (ERK) te zeggen: Ligo-cursisten behalen niveau A1 of A2. Ze kunnen een aarzelende conversatie met weinig woorden voeren en een eenvoudige brief lezen. Het ERK kent ook nog de niveaus B1, B2, C1 en C2. C2 is het niveau van de bijna-moedertaalspreker.

De rol van erfgoed

Het voorbije decennium hebben talrijke musea en erfgoedorganisaties (zoals archieven en erfgoedbibliotheken) in binnen- en buitenland een sociale wending gemaakt en een brug geslagen naar de zorg- en welzijnssector. Het gaat in de erfgoedsector allang niet meer om het louter verzamelen en bewaren van objecten. Maar des te meer over de maatschappelijke rol die erfgoedorganisaties kunnen opnemen. Daarvoor werken we samen met verschillende soorten organisaties: woonzorgcentra, psychiatrische ziekenhuizen, scholen, jeugdbewegingen enz. Het is wetenschappelijk aangetoond: cultuur is écht goed voor de gezondheid (Zbranca et al., 2022).

Erfgoed speelt dus bij uitstek een maatschappelijke rol. FARO, het steunpunt voor cultureel erfgoed in Vlaanderen en Brussel, wil samen met de cultureelerfgoedsector zorgen voor het cultureel erfgoed, het actueel en relevant houden én het breder bekend maken bij de inwoners van Vlaanderen en Brussel. Cultureel erfgoed is alles wat we van de vorige generaties hebben geërfd, wat we koesteren en dan ook graag aan de volgende generaties doorgeven. Denk aan schilderijen, dagelijkse gebruiksvoorwerpen, archiefdocumenten, het Suikerfeest, carnaval, Ketikoti, zuurdesembrood en kleding. Ook verhalen, overgeleverd van generatie op generatie, horen hierbij.

Met erfgoedverhalen zijn we – dankzij projectsubsidies voor leesbevordering van Literatuur Vlaanderen – samen met heel wat erfgoedprofessionals uit Vlaanderen aan de slag gegaan. We kozen verhalen uit de wereldliteratuur (zoals over het monster van Nian uit China) of gebaseerd op een lokale gebeurtenis (zoals de levensgeschiedenis van Martha, geboren in Hongarije en als tiener gemigreerd naar België). Deze verhalen (her)schreven we op maat van NT2-cursisten die les volgen bij Ligo, en OKAN-leerlingen. Waarom? Er is al heel wat aanbod voor mensen die al een stapje verder staan in de verwerving van de Nederlandse taal (en al niveau B behaald hebben). Voor mensen met een lager taalniveau is er nog maar heel weinig cultuuraanbod. Voor hen wilden we een verschil maken, met kwalitatief hoogstaande verhalen, die ook humor, herkenning en spanning bevatten. De bundel Verhalen om samen te lezen bewijst dat ook erfgoed een rol te spelen heeft in het aanbieden van taaloefenkansen en het verhogen van leesplezier. De bundel kwam tot stand in nauwe samenwerking met verschillende Vlaamse erfgoedorganisaties en Ilona Plichart, expert samenlezen met NT2-cursisten.

Cover Verhalen om samen te lezen met illustratie van Elena Molinari

Deze op maat geschreven verhalen vormden de basis voor een cursus samenlezen. Samenlezen is een methodiek waarbij een begeleider een tekst voorleest en regelmatig pauzeert. In de pauzes ontspint zich een gesprek tussen de deelnemers. Via verschillende soorten vragen wordt nagegaan wat deelnemers van de tekst vinden: begrijpen ze de passages? Maar evengoed graven we dieper en verwijzen we naar persoonlijke emoties. Bij samenlezen gaat het immers niet om literaire analyses van de tekst, maar wel om de persoonlijke ervaringen van de deelnemers. De methodiek van samenlezen spreekt hun capaciteiten aan, zodat de deelnemers zich betrokken voelen en volwaardig met zelfvertrouwen kunnen participeren. Niets hoeft ook trouwens. Willen de deelnemers enkel luisteren, dan is dat helemaal prima. Onderzoek wijst uit dat de methodiek een positieve uitwerking heeft op het mentale, fysieke en sociale welzijn van de deelnemers.

Tijdens de Erfgoedweken (de eerste twee weken na Pasen) trekken tal van erfgoedmedewerkers met uiteenlopende expertises naar de klas als Erfgoedklasbak. Zowel in het lager als het middelbaar onderwijs kunnen leerlingen én leerkrachten op die manier kennismaken met verschillende facetten van erfgoed en erfgoedzorg. Van Antwerpen en Pelt via Heusden-Zolder en Gent tot Mechelen en Genk gingen erfgoedwerkers in heel Vlaanderen en Brussel samenlezen. Ze namen een uurtje over van de docent en lazen samen met de cursisten een verhaal. Deze lesuren vormen meteen ook een laagdrempelige manier voor erfgoedwerkers om hun netwerk inclusiever te maken en te versterken. Het overkoepelende thema thuis van de verhalen gaf aanleiding tot gesprekken over talent, heimwee, kinderen en … kippensoep. Elena, een OKAN-docent uit Mechelen, ervoer het als volgt: “Leerlingen die zich bijna nooit laten horen tijdens een les, bloeiden tijdens het samenlezen open en deelden een persoonlijk verhaal. De verhalen bieden een veilige ingang om iets te delen over de eigen leefwereld.”

Dit project draaide helemaal rond het stimuleren van taaloefenkansen en taalplezier bij mensen die Nederlands leren. Erfgoedverhalen bieden hierbij een meer dan dankbare kapstok.

Bronnen

  • Macken, F. (2024, 31 maart). Recordaantal anderstaligen wil Nederlands leren, meeste mensen melden zich vrijwillig aan. VRT NWS.
  • Iedereen Leest. (2022, 22 december). De helende werking van (samen)lezen.
  • Zbranca, R., Dâmaso, M., Blaga, O., Kiss, K., Dascașl, M. D., Yakobson, D. & Pop, O. (2022, november).  CultureForHealth Report – Summary: Scoping review of culture, well-being, and health interventions and their evidence, impacts, challenges and policy recommendations for Europe [Verslag]. Culture For Health.

Elien Doesselaere is adviseur immaterieel erfgoed en communicatiemanager bij FARO, het Vlaams steunpunt voor cultureel erfgoed.
Contact: elien.doesselaere@faro.be

Dit artikel werd gepubliceerd in Neerlandia 2024/2.

Naar boven