Ramy El-Dardiry, winnaar van De Bronzen Uil 2023

Elk jaar organiseren het Willemsfonds en het ANV de uitreiking van De Bronzen Uil, een prijs voor een literaire debuutroman met een actueel of universeel thema. In 2023 werd de prijs toegekend aan Ramy El-Dardiry. Zijn Tussen morgenzee en avondland neemt de lezer mee naar twee voor velen onbekende werelden: de Egyptische stad Alexandrië uit de jaren 1950 en de Jansberg in Noord-Limburg anno nu.

Ramy El-Dardiry | foto WRR, Arenda Oomen

Ingrid Glorie

Het ambitieus opgezette Tussen morgenzee en avondland is Ramy El-Dardiry’s debuut. In het dagelijks leven werkt hij als onderzoeker bij de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid in Den Haag. Hij woont met zijn vrouw en drie kinderen in Heemstede. Schrijven doet hij, naar eigen zeggen, aan de randen van de dag. Hij staat vroeg op, zodat hij er al een flinke tijd op heeft zitten voor zijn gezin ontwaakt. Ook in de trein schrijft hij, als hij tenminste een zitplaats heeft.

Zo heeft hij in twee jaar tijd een kloeke roman geschreven. Zonder discipline gaat het niet, geeft hij toe. “Ik probeerde elke dag minstens 250 woorden te schrijven. Dat is een fijne hoeveelheid; je kunt het in één of twee uur doen. Als je de lat hoger legt, bijvoorbeeld bij 500 of 1000 woorden per dag, komen er dagen dat je het niet haalt, en wat doe je dán?”

Bruid van de Middellandse Zee
In Tussen morgenzee en avondland is een belangrijke rol weggelegd voor Alexandrië, de tweede stad van Egypte. De schrijver, zoon van een Nederlandse moeder en een Egyptische vader, kan prachtig over de rijke geschiedenis van de stad vertellen.

De legende wil dat Alexandrië ontstaan is uit een droom van de Griekse koning Alexander de Grote, de voornaamste veldheer van de klassieke oudheid. In El-Dardiry’s weergave wordt de stad zelf als vrouwelijke verteller opgevoerd. Alexander vraagt de stad zich te nestelen in de gehele mensheid. Geen geringe opdracht, maar Alexandrië besluit de wereld te veroveren met de drie krachten die ze in zich bergt: het lustige licht, het redelijke licht en het goddelijke licht. “Alexandrië wordt vaak de bruid van de Middellandse Zee genoemd”, lacht El-Dardiry. “Dus ik had al snel een vrouwelijke associatie. Het is moeilijk om daar dan nog van af te komen.”

“Net als andere havensteden door de eeuwen heen trok Alexandrië in de oudheid allerlei verschillende mensen aan: Grieken, Feniciërs, Joden, Egyptenaren en Romeinen”, vertelt de schrijver. “De stad was een smeltkroes van culturen. Die voedingsbodem maakte het mogelijk dat hier in de 3e eeuw voor Christus de grootste bibliotheek van het Middellandse Zeegebied ontstond; dat noem ik het wetenschappelijke licht. In mijn fantasie komt daar het lustige licht bij, want ik stel me voor dat, als culturen elkaar ontmoeten, daar ook lichamelijke spanning bij komt. Dat zie je bij Cleopatra, de Egyptische koningin die relaties aanging met de Romeinse heersers Julius Caesar en Marcus Antonius. Het goddelijke licht verwijst ernaar dat Alexandrië in de oudheid ook een belangrijke rol heeft gespeeld in het vroege christendom: de Bijbel is daar naar het Grieks vertaald.”

Later raakte Alexandrië in verval en werd Caïro de hoofdstad van Egypte. In de 19e eeuw bloeide de stad echter weer op door de opkomst van de katoenindustrie. Opnieuw werd Alexandrië een bruisende multiculturele samenleving, nu ook onder invloed van Groot-Brittannië en andere Europese landen.

Een van de doelen die El-Dardiry met zijn roman voor ogen had, was de lezer te laten kennismaken met de rijkdom van de Alexandrijnse cultuur. “In Nederland hebben we vaak een bepaald beeld van migranten uit de Arabische wereld”, zegt hij. “Maar je vindt onder hen ook migranten die uit een miljoenenstad als Alexandrië komen. Een stad met een geschiedenis die misschien wel rijker is dan die van veel plekken in Nederland.”

Ramy El-Dardiry spreekt zijn dank uit voor De Bronzen Uil

Dekolonisatie
Het verhaal van Tussen morgenzee en avondland begint als Amir, consultant bij een gerenommeerd advieskantoor aan de Amsterdamse Zuidas, bericht krijgt dat zijn vader, Nessim, overleden is. Na zijn scheiding van Amirs moeder is Nessim, een migrant uit Egypte, teruggekeerd naar zijn geboortestad, Alexandrië. Hoewel hij zijn vader al lang geleden uit zijn leven heeft gebannen, roept Nessims dood bij Amir allerlei vragen op. Wie was Nessim? En wie is hij zelf?

Nessim groeide op in de jaren vijftig, toen Egypte onder aanvoering van president Nasser de laatste resten Britse koloniale overheersing van zich afwierp. El-Dardiry’s roman laat de impact van deze historische gebeurtenissen op Nessims leven zien, en ook de verdeeldheid die ze binnen zijn familie veroorzaakten.

“Het was de tijd van de Koude Oorlog”, legt El-Dardiry uit. “Nasser wilde dat Egypte en de Arabische wereld hun waardigheid terugkregen. Of dat nu met geld uit het Westen of uit Rusland gebeurde, maakte hem niet uit. Nasser had een sterk antikoloniale drijfveer en zette in op een eigen identiteit: het panarabisme.”

In de roman krijgt de arme Nessim, die goed kan leren, de kans om naar een elitaire privéschool te gaan. “Saint Catherine is gebaseerd op het Victoria College”, zegt El-Dardiry, “een school die allerlei beroemdheden heeft voortgebracht, zoals schrijver Edward Said, acteur Omar Sharif en koning Hussein van Jordanië.”

Onder invloed van Nassers nationalisatiepolitiek verandert het intellectuele klimaat in het daarvoor relatief ruimdenkende Alexandrië. “Egypte werd na de nationalisatie geslotener. Er was minder interactie met westerse landen. Maar de nationalisatie heeft ook emancipatorisch gewerkt. Meer jongeren kregen de kans om te gaan studeren. Voor talentvolle Egyptische jongeren waren er in die tijd volop mogelijkheden.”

Verlies van culturen
Nessim belandt in Parijs en trouwt later met de Nederlandse Marije. Net als Nessims zoon Amir is El-Dardiry opgegroeid aan de voet van de Jansberg in Noord-Limburg.

“Het is een soort alternatieve familiegeschiedenis, waarbij de settings mij zeer bekend zijn, maar de personages en gebeurtenissen grotendeels fictief. Er zijn parallellen tussen mijn leven en dat van Amir. Tegelijkertijd heeft Nessim bepaalde karaktertrekken waardoor hij misschien wel meer op mij lijkt dan Amir. Ik prijs mezelf gelukkig dat mijn vader en moeder nog bij elkaar zijn en dat mijn vader nog leeft. Maar de zoektocht die alle personages doormaken, waarbij ze zich afvragen wat hun verhouding is tot de Nederlandse en de Egyptische maatschappij, is beslist autobiografisch. Dat geldt voor mijn vader en mijzelf, en overigens ook voor mijn moeder.”

El-Dardiry raakte al jong gefascineerd door Egypte. “Ik heb lang geprobeerd Arabisch te leren, al is dat nooit helemaal gelukt. Die drang om een taal te beheersen is een manier om je verbondenheid met een land te vergroten.”

Tijdens het schrijven is hij meer over het land te weten gekomen. Zo heeft hij zich voor het boek verdiept in de speeches van Nasser. “Die staan allemaal op internet. Weliswaar in het Arabisch, maar met Google Translate kom je een heel eind. Mijn vader heeft me daarbij ook geholpen.” Wat hem opviel, was de antikoloniale retoriek die Nasser in zijn toespraken gebruikte. “Het is diep tragisch wat er in Egypte gebeurd is. Door Nassers nationalisatiepolitiek is er veel verloren gegaan. Maar de reflex om na een periode van kolonisatie eindelijk baas in eigen land te willen zijn, begrijp ik wel.”

El-Dardiry ziet overeenkomsten met de Nederlandse samenleving van nu. “Als je eenmaal een zekere rijkdom aan culturen bent kwijtgeraakt, krijg je die niet zo makkelijk meer terug”, waarschuwt hij.

Stad en platteland
Het tweede deel van de roman is aanmerkelijk korter dan het eerste. Hierin zijn Amirs moeder Marije, zijn vriendin Guusje en de Jansberg de hoofdpersonen. Terwijl deel 1 gericht was op het verleden, speelt deel 2 zich nadrukkelijk in het heden af.

El-Dardiry is zelf aan de voet van de Jansberg opgegroeid. “Een interessant gebied”, vindt hij. “Het ligt officieel in Limburg, maar de mensen daar lezen de Gelderlander en spreken een Kleverlands dialect dat overeenkomsten heeft met dat van oostelijk Brabant en Kleef in Duitsland. Een van de belangrijkste veldslagen uit de Tachtigjarige Oorlog is daar geleverd: de Slag op de Mookerheide. Ondanks die markante plaats in de vaderlandse geschiedenis hebben de inwoners door de eeuwen heen geworsteld met de vraag bij welk land ze eigenlijk hoorden. Dat gegeven sloot mooi aan bij Amirs zoektocht naar zijn identiteit.”

Naast de tegenstelling tussen Egypte en Nederland, die in de titel Tussen morgenzee en avondland tot uitdrukking komt, speelt in de roman ook de tegenstelling tussen stad en platteland. “Dat veel plekken in Nederland een soort eigenheid hebben, is een weelde die we moeten koesteren”, vindt El-Dardiry.

Voor de schrijver ligt de essentie van het boek in de combinatie van de beide delen. “We zijn in Nederland veel bezig met identiteit: waar kom ik vandaan? Maar een minstens zo interessante vraag vind ik: waar wil ik zijn? Over die laatste vraag gaat deel 2. Daarnaast wilde ik laten zien dat migratie niet alleen invloed heeft op de migrant, maar ook op degene die de migrant ontvangt. Dat zie je bijvoorbeeld bij Marije, die tegen het eind van haar leven terugkeert naar de rooms-katholieke kerk van haar jeugd, maar verrijkt met de islamitische tradities die ze door haar huwelijk met Nessim heeft leren kennen. Tot slot staat in het eerste deel de dood centraal, en in het tweede deel het leven. Ik wilde niet met de dood eindigen, maar met het leven.”

Ramy El-Dardiry, Tussen morgenzee en avondland,
Uitgeverij Querido, Amsterdam, 2023
ISBN: 9789021463841
Prijs: € 24,99

Ingrid Glorie is freelance journalist, vertaler en programmamaker.
Contact: ingridglorie@kpnmail.nl

Dit artikel werd gepubliceerd in Neerlandia 2024/2.

Naar boven