Vlamingen en Nederlanders klinken unisono
Metejoor & Hannah Mae. Bazart & Guusje. Regi & Maxine. Maksim Stojanac & Emma Heesters. Niels Destadsbader & Kenny B. Pommelien Thijs & MEAU. Gustaph & Merol. Het regende in 2023 Vlaams-Nederlandse gelegenheids-duetten. Waar komt die trend vandaan? Is het een staaltje van commercieel denken? Of wijst het eerder op een toenemende verbroedering tussen Noord en Zuid?
Peter Van Dyck
Niet geheel onlogisch: met respectievelijk 6,8 miljoen en 18 miljoen inwoners leeft in de muziekwereld de perceptie dat Vlaanderen het kleine broertje is van Nederland. David Dalemans kan dat getuigen. Hij begeleidt vanuit Mechelen zowel Belgische als Nederlandse artiesten (o.a. MEAU, Goldband, Kraantje Pappie) met zijn pr- en managementfirma Double Deeds. In het verleden werkte hij zeventien jaar lang voor de grote platenfirma’s EMI, Universal en Warner Music in Brussel. “Bij die majors opereerden wij steeds binnen een Benelux-structuur, wat betekende dat de Nederlanders de facto de baas waren”, vertelt hij. “Dat hield in dat wij haast verplicht werden om succesvolle Nederlandse bands ook in Vlaanderen te laten doorbreken. Het beste voorbeeld was Bløf. EMI besteedde fortuinen aan promotie en marketing om de band voet aan de grond te doen krijgen in België. Tevergeefs.”
De platenbonzen waren blind voor de smaakverschillen tussen Noord en Zuid. De Vlamingen lustten de dik aangezette lyriek van bands als Bløf en Van Dik Hout eenvoudigweg niet. Op tekstueel vlak verkiest Vlaanderen een no-nonsenseaanpak, op muzikaal vlak schuwt het té gladde en gepolijste producties. Bløf vond pas de sleutel tot het buurland toen de Zeeuwse popband in 2017 Hooverphonic-zangeres Geike Arnaert engageerde om samen de single Zoutelande op te nemen. Ze bleek de geknipte duetpartner – de chemie werkte echt wel goed – en zowel in België als in Nederland schopte Zoutelande het tot megahit.
Gamechanger Metejoor
Het heeft gek genoeg lang geduurd voor de toverformule – zet een Vlaamse en een Nederlandse artiest samen – navolging kreeg. Dat gebeurde pas toen deejay/producer Regi Penxten uit Heusden-Zolder vier jaar geleden brood zag in Nederlandstalige pop die je luid kon meebrullen. Nederlandse gastvocalisten leken hem ideaal voor de job. Het leidde tot ententes met Jaap Reesema (Kom wat dichterbij, 2020), Emma Heesters (Zwaartekracht, 2022) en Maxine (Horen, zien en zwijgen, 2023).
Een andere gamechanger was Metejoor, de alias van de Vlaamse zanger Joris van Rossem. Twee weken voor corona de samenleving zou platleggen, nam zijn manager, Hans Francken, contact op met het songwritersduo The Companions (Stefan van Leijsen en Sasha Rangas). In de kleine thuisstudio van Van Leijsen in Dongen, in feite een omgebouwde garage, had het tweetal al getoond dat het voor onder meer Maan en Roxeanne Hazes minutieus catchy liedjes in elkaar wist te timmeren. Hoewel ze er hoge productiestandaarden opna houden, zien The Companions er in de eerste plaats op toe dat het gevoel van de zangpartijen juist zit.
Dat was wat Metejoor nodig had, meende Francken. In februari 2020 legde hij een schrijfsessie in Dongen vast en het eerste liedje dat uit de nieuwe samenwerking voortkwam, was 1 op een miljoen (2021). Een duet met de Nederlandse Babet, dat heel toevallig tot stand kwam. “Zoals wel vaker bij ons gebeurt, hadden we dat liedje op de eerste sessie niet meteen helemaal afgewerkt”, legt Stefan van Leijsen uit. “Toen ik de dag erop luisterde naar wat we al hadden, vond ik het nog niet sterk genoeg klinken. Het leek me een goed idee om er een duet van te maken. Toen er vervolgens een sessie geboekt stond met Babet, met wie we al zo’n vijf jaar samenwerkten, vroeg ik haar: ‘Wil je, voor we aan jouw sessie beginnen, nog vlug iets inzingen voor een ander liedje waaraan we bezig zijn?’ Oorspronkelijk was het de bedoeling om op basis van die demo op zoek te gaan naar een duetpartner, maar toen Joris heel enthousiast reageerde op wat Babet spontaan had gedaan, wisten we dat we niet verder moesten zoeken.”
Duetten werden haast het handelsmerk van Metejoor, want daarna volgden er nog drie. Na Rendez-Vous (2021) met Emma Heesters en Kijk ons nou met Snelle kwam hét schot in de roos met Wat wil je van mij, vertolkt met Hannah Mae. Niet alleen in de Vlaamse Ultratop, ook in de Nederlandse Top 40 bezette het de tweede positie – er was Flowers van Miley Cyrus nodig om de single van de nummer één weg te houden. Het was van 1991 geleden – Liefde voor muziek van Raymond van het Groenewoud om precies te zijn – dat een Vlaamse soloartiest erin slaagde bij de noorderburen een Top 10-hit te scoren. (Bands als Clouseau en K3 rekenen we dus even niet mee.) Vier jaar geleden brak ook al Pommelien Thijs indirect de als oninneembaar geachte burcht binnen, toen ze een gastrol vertolkte in Nu wij niet meer praten van Jaap Reesema.
Onafhankelijk opererend
Vraag is wat in het waarom van de allianties doorweegt: de artistieke affiniteit tussen de artiesten of het commerciële surplus? “Beide beweegredenen spelen mee”, denkt Stefan van Leijsen van The Companions. “Al is het startpunt, zeker bij ons, toch altijd creatief. Zomaar twee mensen bij elkaar zetten, dat werkt niet. Het is bij muzikale samenwerkingen altijd al belangrijk geweest – kijk naar Queen en David Bowie met Under Pressure of Ed Sheeran en Justin Bieber met I Don’t Care – dat je bij de ander zijn publiek in de schijnwerpers komt te staan. Snelle werd vóór Kijk ons nou al wel op de Vlaamse radio gedraaid, maar dat hij nu een liedje bracht met een bijzonder populaire Vlaamse zanger, gaf toch dat extra zetje. Je verruimt sowieso je publiek.”
De tijd dat grote platenfirma’s met de scepter zwaaiden, is definitief voorbij. Ze lijken grotendeels buitenspel te zijn gezet. Vandaag is het initiatief in handen gekomen van de onafhankelijk opererende artiesten. Online of in de coulissen van mediaoptredens en festivals zoeken ze toenadering tot gelijkgestemde zielen. Op die organische manier ontstond het verbond tussen de Nederlandse zangeres MEAU en Pommelien Thijs, dat leidde tot Droom het donker weg, een van de tracks op Thijs haar razend populaire debuutalbum Per ongeluk.
Om dat succesalbum bijeen te schrijven, deed de Vlaamse lieveling een beroep op The Companions én op de songwriter/producer Simon de Wit uit Groningen. “Als BLANKS werd Simon op YouTube bekend door eighties synthpop-versies te maken van bekende nummers”, legt David Dalemans uit. “Wat weinigen weten, is dat hij intussen stilaan aan het uitgroeien is tot een soort hofleverancier in Vlaanderen. Hij heeft al in de studio gezeten met Pommelien, The Voice Kids-winnares Sikudhani, Maksim Stojanac, Bazart en OSKI.” Waarom The Companions en Simon de Wit zulke gegeerde sparringpartners zijn geworden, is makkelijk te verklaren. Zij zijn pleitbezorgers van de klare lijn. Uit hun pen vloeien vlotte, eigentijdse popsongs, waarin los en zonder scrupules omgegaan wordt met de Nederlandse taal.
Andere radiolandschappen
Hoe sympathiek de artiesten elkaar ook vinden, het blijft uiteindelijk wel de bedoeling om met de songs te scoren. Vlamingen willen graag via Nederlandse collega’s de grens oversteken en hun territorium uitbreiden – wie in de moedertaal zingt, heeft weinig andere internationale opties. De nuchtere vaststelling is dat de Nederlanders meer profijt uit de collaboraties puren dan hun zuiderburen. De meeste grensoverschrijdende duetten die in 2023 verschenen, deden het goed tot uitstekend in de Vlaamse hitparade, maar enkel Wat wil je van mij van Metejoor en Hannah Mae brak ook in Nederland potten.
“Wat opvalt, is dat de Vlaamse artiesten die succesrijk zijn in Nederland, Metejoor en Pommelien Thijs, ook in Vlaanderen tot de grootste sterren gerekend kunnen worden”, observeert Stefan van Leijsen. “Als je daar al zo’n status hebt kunnen bereiken, lijkt de overstap me makkelijker te zetten. Dan heeft zo’n artiest ‘een verhaal’ waarmee je naar de Nederlandse media kunt stappen. Ik zie het niet meteen gebeuren dat ze in Nederland een beginnende Vlaamse artiest onmiddellijk omarmen. Die moet eerst een steile heuvel over. De Nederlandse markt zit anders in elkaar. Omdat het muzieklandschap hier groter is, is er ook meer concurrentie, zeker in de Nederlandstalige muziek. Ook voor mij is het soms een mysterie hoe Nederlandse radiozenders denken, maar soms vang ik wel opmerkingen op à la ‘Ach, we hebben al te veel van dat soort muziek’.”
De indruk ontstaat dat radiostations in Nederland graag op safe spelen. De NPO-zenders Radio 1 en Radio 2 durven soms nog wel de nek uit te steken voor onbekendere muziek, maar commerciële stations als Radio 538 en Qmusic draaien enkel hits. Ook de regionale zenders stellen zich eerder terughoudend op. Het is zelfs zo dat iets meer buiten de lijntjes kleurende artiesten als Spinvis en Eefje de Visser in Vlaanderen meer airplay krijgen dan in eigen land.
“In Vlaanderen is het radiolandschap iets minder geformatteerd”, oordeelt David Dalemans. “In geen enkel Europees land heeft de radio zo’n grote impact als in België. Als ik praat met Nederlandse managers of boekingsagenten over nieuwe artiesten, is het eerste wat ze peilen, hoeveel streams en views op TikTok ze halen. In Vlaanderen is radio nog altijd belangrijker dan Spotify, in Nederland staat streaming bovenaan. Een vrij nieuw fenomeen in Nederland is dat een nieuwe single op donderdag om vier uur wordt losgelaten. Het nummer komt dan simultaan op Spotify en op de stations Radio 538 en/of Q-Music. Spotify onderhandelt daarvoor met managers en labels. Als een single toch vroeger in première zou gaan bij een radiostation, dan geeft Spotify minder ondersteuning, zoals het plaatsen van het nummer in afspeellijsten.”
Verandering ingezet
Niettemin wil songwriter en producer Stefan van Leijsen met een hoopvolle noot afsluiten. “Ik geloof echt wel dat er nu meer mogelijkheden zijn voor Belgen om ook in Nederland een publiek aan te boren. Metejoor heeft immers ook met zijn solosingles Eigen schuld en Ze meent het aardig wat aandacht gekregen van de Nederlandse media. Dat is best wel bijzonder als je er rekening mee houdt hoe moeizaam het in het verleden ging. Metejoor en Pommelien Thijs worden nu ook in Nederland geboekt voor grote liveshows. Dat bewijst dat er toch een verandering aan de gang is.”
Van Leijsen is ook vanuit artistiek oogpunt een groot voorstander van de Vlaams-Nederlandse duetten. “Het klinkt gewoon leuk als je een Vlaming en Nederlander samen zet. We spreken dezelfde taal, maar gebruiken die ietsje anders. Verschillende accenten binnen één liedje zorgen voor een fijne afwisseling. Het kan verrassend zijn. Sasha en ik komen uit Noord-Brabant, waardoor we automatisch behoorlijk dicht bij België staan, maar toch voelt het momenteel alsof er door de komst van Vlaamse opdrachtgevers een hele nieuwe wereld voor ons is opengegaan. Vijf jaar geleden zou het niet zo vanzelfsprekend zijn geweest dat Belgen het bad in zouden gaan met een Nederlands producersduo. Ik hoop dat de kruisbestuiving nog een tijd mag blijven duren. Sterker nog: dat het de start mag zijn van een echte symbiose. Want laat dat duidelijk zijn: ik gun de Vlaamse artiesten het succes in Nederland heel hard.”
Peter Van Dyck is journalist, copywriter en auteur. Voor Lannoo schreef hij de muziekboeken Watskeburt, Lage Landen? Een eigenzinnige canon van het Nederlandstalige lied (2019) en Het geheim van Bowie en 399 andere weetjes uit een eeuw popmuziek (2022). Hij was ook coauteur van Met vallen en opstaan (2022), de memoires van muzikant-producer Jean Blaute.
Contact: peter.van.dyck3@telenet.be
Dit artikel werd gepubliceerd in Neerlandia 2024/1.