Het woordenboek als spiegel van zijn tijd

Prinses Juliana ontvangt het eerste exemplaar van het Groot Woordenboek van Hedendaags Nederlands op Paleis Soestdijk, 1984 | foto Croes, Rob C., Nationaal Archief / Anefo

De Dikke Van Dale beschrijft woorden en uitdrukkingen van de afgelopen anderhalve eeuw. Daardoor is hij niet alleen een spiegel van het heden, maar ook van het verleden. Elke editie is een uniek tijdsdocument, dat, door de beschrijving van de woordenschat van zijn tijd, laat zien hoe de wereld er op dat moment uitzag. In een oude editie van het woordenboek ben je in een andere wereld.

Ruud Hendrickx

Vandaag laat ik u zien hoe onze contreien eind 19e, begin 20e eeuw veranderden van een landbouwgemeenschap in een industriële gemeenschap. In de 20e eeuw kregen we te maken met oorlogen, een sociale en seksuele revolutie, een crisis in de banksector, een klimaatverandering. Diversiteit en inclusie zijn de grote thema’s van vandaag. De Grote Van Dale bevat sporen van al die ontwikkelingen.

In de tweede helft van de 19e eeuw is de wereld nog grotendeels een landbouwmaatschappij. Technologische ontwikkelingen staan in hun kinderschoenen, maar tekenen ervan zijn al te vinden in het woordenboek. Al in de eerste editie (1864) leren we nieuwe ontwikkelingen kennen, zoals de pleiziertrein en de electromagnetische telegraaf. Ook electriciteit wordt al genoemd, maar met een zeer beknopte definitie: “barnsteenkracht, kracht van den bliksem”.

Het woord machine komt in die eerste edities in vele definities en samenstellingen voor. Aan de industriële revolutie lagen stoom en stoommachines ten grondslag. Stoommachine stond al in de allereerste editie, maar pas in 1904 met de omschrijving “machine waarbij stoom als beweegkracht dient”. Er stonden een tachtigtal samenstellingen met stoom in het woordenboek, en dan nog was de redactie terughoudend geweest:

Nu stoom in den laatsten tijd in bijna elke werkinrichting als beweegkracht wordt gebruikt, zijn de samenstellingen met dit woord aanmerkelijk te vermeerderen; wij hebben het onnoodig geacht die alle hier een plaats te gunnen, daar de beteekenis dier woorden vanzelf blijkt.

In dezelfde editie maakt het woord vliegmachine zijn debuut, met de nogal sceptisch klinkende definitie:

In de volgende editie (1914) is dat scepticisme verdwenen, komt vliegmachine 23 keer voor en maakt vliegtuig zijn debuut.

Hoewel stoom een prominente plek in het woordenboek had, was het einde van het stoomtijdperk al ingeluid door de komst van iets nieuws, de verbrandingsmotor of kortweg motor. Dat woord verscheen in 1904 voor het eerst: “drijfmachine die door gas en niet door stoom in beweging wordt gebracht”. Nieuwigheden worden gedefinieerd door het verschil met bekende zaken te beklemtonen.

Niet door stoom werd de motor in beweging gebracht, maar door een afgeleid product van petroleum. Berg- of steenolie was al langer bekend, bijvoorbeeld in lampen, maar pas rond de eeuwwisseling werd aardolie belangrijk als grondstof voor industrie en transport. In het woordenboek wordt veel aandacht geschonken aan het product en het procedé van raffinage.

In 1914 maakt ook automobiel zijn intrede. En opvallend, dat was “een rijtuig voorbewogen door een motor (meestal met benzine of elektriciteit)”.

Toen in 1924 de zesde editie verscheen, was de Eerste Wereldoorlog voorbij. Wereldoorlog is het duidelijkste spoor. Dat maakte niet alleen zijn debuut in het woordenboek (“oorlog tusschen vele volken, over een groot deel der wereld”), maar figureerde ook in vijftien omschrijvingen en voorbeeldzinnen. De redactie had voor deze editie “de militaire woorden geheel herzien”. Zo werd granaatwerper verwelkomd, evenals loopgraafstelsel, niemandsland en defaitisme:

Tank kreeg er een betekenis bij: “gepantserde gevechtsauto op rupsbanden, moderne strijdwagen”. De daarbij vermelde voorbeeldzinnen vrouwelijke tanks zijn alleen met mitrailleurs gewapend; manlijke tanks hebben ook nog een kanon zijn in onze ogen nogal opmerkelijk.

In 1950, ruim 25 jaar na de zesde editie, komt er een nieuwe Van Dale uit. Daarin is de Tweede Wereldoorlog heel zichtbaar. Het was duidelijk een luchtoorlog, met woorden als jachtvliegtuig en duikbommenwerper. Vreemd genoeg duiken holocaust en vernietigingskamp pas veel later op.

In 1970, in de negende editie, deed computer zijn intrede in het supplement bij Van Dale. Al was het duidelijk dat het nieuwe ding nog geen vaste naam had. Ook informaat was opgenomen en ordinator, ontleend aan het Franse woord ordinateur. Het zou nog bijna vijftien jaar duren voor woorden als byte en chip in het woordenboek terecht zouden komen. In de editie van 1970 stond de informatica duidelijk nog in haar kinderschoenen.

In 1976 werd anticonceptiepil opgenomen in Van Dale. Eindelijk, want het middel was begin jaren zestig al op de markt gekomen en er was baanbrekend werk voor verricht door Nederlandse en Belgische wetenschappers. Seksualiteit was in de jaren zestig en zeventig een hot item. Het aantal samenstellingen met seks nam aanzienlijk toe. En vrouwen maakten geen slippertjes:

In het laatste kwart van de 20e eeuw wordt stilaan duidelijk dat de westerse wereld veramerikaniseert. De woordenschat wordt uitgebreid met veel Engelse woorden, onder andere door de groei van het internet en de mobiele communicatie.

Toen in 2015 de vijftiende editie verscheen, had de wereld een hypotheek-, krediet- en bankencrisis achter de rug. In hoog tempo werd de woordenschat uitgebreid met financieel-

economische termen. Eerst waren dat vooral Amerikaans-Engelse termen, zoals subprime, de ietwat eufemistische naam voor een “risicovolle lening of hypotheek”. Deze slechte hypotheken en giftige leningen inspireerden de pers om naar Engels voorbeeld (junk mortgage) de term rommelhypotheek te bedenken.

De haperende hypotheekmarkt bracht de westerse wereld aan de rand van een systeemcrisis, een “financiële crisis waarbij liquiditeitsproblemen bij de ene bank andere banken meeslepen, waardoor het financiële systeem niet langer functioneert”. Het duurde niet lang of de eerste systeembank (“commerciële bank die van wezenlijk belang is voor het monetair systeem en het geldverkeer in een bepaald land”) dreigde om te vallen en sommige commentatoren vreesden zelfs een bankendomino (“reeks faillissementen van onderling verweven financiële instellingen die stuk voor stuk insolvabel zijn geworden”).

Intussen groeide het besef dat we getuige waren van een heel andere crisis: de opwarming van de aarde. Vooral toen de kredietcrisis op de achtergrond raakte, gingen we klimaatwoorden creëren: klimaatalarm, klimaatzwendel, klimaatboodschapper, klimaatzondaar … Er lag duidelijk een onzekere klimatologische toekomst in het verschiet.

In de zestiende editie (2022) is de wereld diverser en inclusiever geworden. In de praktijk verwijzen woorden als arts, gast en rechter naar alle personen, ongeacht sekse of gender. De grammaticale aanduiding m. bij deze woorden is vervangen door …

… wat aangeeft dat er met hij, zij of die naar verwezen kan worden.

Het woord inclusiviteit duikt op: “toestand dat iedereen gelijke rechten en plichten heeft, en ongeacht persoonlijke kenmerken als leeftijd, sekse, afkomst of etniciteit, volwaardig kan deelnemen aan het maatschappelijk leven”.

De kijk op de wereld is vandaag breder dan ooit. Jarenlang bekeek het woordenboek de wereld vanuit Nederland, de Lage Landen en Europa. Daardoor verschenen in definities wendingen als bij ons, maar de gebruiker kon ernaar raden waar dat precies was. In Nederland of ook in België? Of Europa? Vandaag zeggen we expliciet waar iets voorkomt.

Het woordenboek is een spiegel en de woordenboekmaker een kind van zijn tijd. Iedere redactie bekijkt de wereld door haar eigen bril. 150 jaar na Johan Hendrik van Dale mag ík aan dit monument van de taal werken. Ik vind het een eer, maar ook een grote verantwoordelijkheid. Later zal misschien iemand, net zoals ik vandaag, terugkijken op mijn werk, hoe ik de wereld van vandaag in het woordenboek heb vastgelegd.

Dit artikel is de voor Neerlandia aangepaste versie van de ANV-nieuwjaarslezing (Dordrecht, zaterdag 27 januari 2024).

Ruud Hendrickx is samen met Ton den Boon hoofdredacteur van Van Dale Groot woordenboek van de Nederlandse taal.
Contact: ruud.hendrickx@vandale.nl

Dit artikel werd gepubliceerd in Neerlandia 2024/1.

Naar boven