Over liefde en haat 

Belgen en Nederlanders over elkaar 

Sabine Vandeputte 

In Waarom Belgen gelijk hebben en Nederlanders gelijk krijgen probeert Mick Matthys gewezen docent socialisatie- en cultuurtheorie aan de Universiteit Utrecht de verschillen tussen Belgen en Nederlanders op te sommen aan de hand van zestig getuigenissen. Kloppen de bevindingen en wat mist er? Met veel plezier dook ik afgelopen zomer in het boek. 

Zelfs ik werd de afgelopen jaren een beetje moe van de onophoudelijke stroom boeken over België en Nederland. De meeste zijn alleen maar leuk, fragmentarisch of geschreven vanuit één enkele optiek. Dit boek is anders. De auteur, een Vlaming die veertig jaar lang socialisatie- en cultuurtheorie doceerde aan de Universiteit Utrecht, pakt de zaken anders aan. Aan het eind van z’n academische carrière had hij kennelijk de behoefte om zijn vak op zichzelf toe te passen. Hij beschouwt zichzelf als een migrant en hanteerde een rationele, bijna wetenschappelijke methode om migrantenverhalen als die van hem in kaart te brengen. Hij interviewde dertig Vlamingen en dertig Nederlanders die minstens vijf jaar aan de andere kant van de grens woonden. Daarbij had hij gelukkig ook oog voor diegenen die zich buiten Antwerpen en Amsterdam vestigden. Velen hadden zich verkeken op de ogenschijnlijke gelijkenissen tussen België en Nederland en allen hadden ze zich de regels en codes van het nieuwe land eigen moeten maken. Een interessante en tegelijk ambitieuze opzet, want Matthys wil allesomvattend zijn. Hij neemt de lezer mee langs erg concrete domeinen: taal, gezag, directheid, economie, cultuur, onderwijs en zorg. Binnen de onvermijdelijke clichés probeert hij de nuance te zoeken. Hij verwijst veelvuldig naar de al bestaande literatuur over de kwestie. Achteraan in het boek staan maar liefst negen bladzijden voetnoten. Het boek schept dus veel verwachtingen, maar maakt ze helaas niet helemaal waar. 

De clichés zijn in veel anekdotes present, ook omdat ze natuurlijk grotendeels waar zijn. Vlamingen arrangeren de dingen graag, in Nederland worden ze vaak dom gevonden en Vlaamse bestuurders worden in Nederland geroemd om hun krachtige beslissingen. Nederlanders zijn dan weer rationeler, eten moet voor hen vooral efficiënt zijn, je wordt er gek van de eindeloze meningen, en inspraak en diplomatie zijn niet hun sterkste kanten. Maar het boek gaat gelukkig verder en hier wordt het interessant. 

De clichés zijn in veel anekdotes present, ook omdat ze natuurlijk grotendeels waar zijn 

Er is om te beginnen de herkenbaarheid van situaties die ook ik als Vlaming in Nederland meermaals mocht meemaken. Als men in een winkel je Vlaamse accent niet meteen kan thuisbrengen, word je tot je eigen verbazing in het Engels aangesproken. En Nederland mag dan wel gelijkheid prediken, je vindt er ook verschillende sociale codes binnen groeperingen die niets met elkaar te maken willen hebben. Je komt heus niet overal zomaar binnen. En soberheid is in het noorden een waarde: de baas in een aftands autootje wordt anders dan in België niet uitgelachen, hij krijgt een dikke duim. 

Matthys maakt ook enkele interessante observaties. Op economisch vlak is Nederland een “negatief gidsland” aan het worden door de vaak slechte arbeidsvoorwaarden voor werknemers. Nederlanders vinden hun taal, de Noord-Nederlandse variant van het Nederlands, fundamenteel beter dan de Vlaamse variant. Vaak omdat ze onze variant gewoon niet kennen, maar een van de geïnterviewden verwees ook naar het feit dat men in de protestantse leer er nu eenmaal fundamenteel van overtuigd is dat alles wat protestants is – dus ook het Noord-Nederlands – beter is dan alles wat katholiek is.  

De auteur graaft ook in het heikele thema van de vrouwenemancipatie in Nederland. Hoe kan het dat er in zo’n vooruitstrevend, modern land zo veel vrouwen vrijwillig aan de haard zitten? Slechts een kwart van de vrouwen in Nederland werkt voltijds, bij ons is dat meer dan de helft. Opvallend is dat veel van die deeltijds werkende vrouwen in het Noorden zichzelf juist heel geëmancipeerd voelen, omdat ze zichzelf in die vrije tijd volledig kunnen ontplooien: lekker tentoonstellingen bezoeken, boeken lezen zonder werkstress. 

Soms wordt het boek ook confronterend, altijd goed. Nederlanders moeten lezen dat ze last hebben van bekeringsdrang en over het algemeen een gebrek aan tact hebben. Vlamingen leren dat ruimtelijke ordening hier een politiek systeem is, dat onze bescheidenheid vaak vals is, dat we Nederlanders vaak onvriendelijk en zelfs racistisch bejegenen en onze bejubelde Bourgondische etentjes zijn dikwijls niet meer dan een berekende investering. Voor wat hoort wat.  

Soms wordt het boek ook confronterend, altijd goed 

Hier is het boek op z’n sterkst. De socioloog in de auteur verwoordt wat we allemaal impliciet aanvoelen en houdt de lezer een genadeloze spiegel voor. Jammer is dat hij soms ook zelf moet generaliseren. Zo stelt hij dat Vlamingen in Nederland per definitie assertiever moeten worden en dat ze hierdoor in Vlaanderen “onherkenbaar” worden. Dat is hopelijk niet altijd het geval. 

Het boek wordt helaas ook ontsierd door wat zetfoutjes en de auteur gebruikt de woorden Vlaams en Belgisch voor het gemak door elkaar, terwijl dat in de realiteit toch niet zo eenvoudig ligt. Ook hebben we wat dingen gemist. We lezen weinig of niets over het grote verschil tussen Vlaanderen en Nederland in de media. Er wordt uitgebreid ingegaan op het systeem van de verloskundigen, maar dan weer niets over hoe verschillend het pensioen in de twee landen geregeld wordt. Ik had ook graag gezien dat de auteur zich even verdiepte in de beleving van het nationalisme aan beide kanten. Voor de liefhebbers is er dus nog braak terrein. 

Dit is een interessant boek voor toekomstige migranten, voor beginners in de materie en voor wie er niet genoeg van krijgt, zoals ik. Maar omdat de auteur vooral beschrijft en constateert, zal de laatste groep hongerig blijven. Vanwaar de eeuwige fascinatie voor het onderwerp en elkaar? Vanwaar die haat-liefdeverhouding en hoe evolueert die? En wat kunnen we ervan leren, wat valt eraan te doen? Evenveel vragen voor wellicht evenveel nieuwe boeken. Eén citaat uit dit boek blijft me bij, omdat het zo logisch en tegelijk simpel is. Het komt van een Belgische vakbondsman. “Zowel het Nederlandse als het Belgische systeem heeft voor- en nadelen. Het is zaak om elkaar te accepteren en de voordelen te combineren.” Laten we dat doen. 

Sabine Vandeputte is een Vlaamse journaliste. Ze woonde de voorbije twintig jaar verschillende periodes in Nederland en was daar van 2013 tot 2015 correspondent voor VRT-nieuws. Momenteel is ze verslaggever binnenland bij het VRT-journaal. 
 

Mick Matthys,
Waarom Belgen gelijk hebben en Nederlanders gelijk krijgen: Belevenissen van buren over de grens,
Amsterdam University Press,
Amsterdam, 2018,
ISBN 978 94 6298 345 8, 351 pp.
Prijs: € 20,99.


Deze recensie is gepubliceerd in Neerlandia 2019/3.

Naar boven