Vlaanderen, bedankt!

Een omslachtig eerbetoon aan de Vlaming

door Thijs Maas

Moet de Vlaamse belastingbetaler voor mijn derde studie betalen? Een legitieme vraag. Een jaar studeren kost in Nederland, als het je tweede, of zoals bij mij je derde studie betreft, ongeveer negenduizend euro per collegejaar. Da’s zesendertigduizend euro voor een studie, als je alles in één keer haalt tenminste. Of dat duur is, vind ik moeilijk in te schatten, maar het is in elk geval veel geld, voor veel mensen. Voor mij bijvoorbeeld. In Vlaanderen kostte het me afgelopen jaar achthonderdnegentig euro, nog geen tien procent van dat bedrag. En dat geld komt van de Vlaamse de federale overheid – schande eigenlijk dat ik dat niet weet – ofwel van de Vlaamse dan wel Belgische belastingbetaler. Zou die dat eigenlijk weten? En wat zou die ervan vinden?

Niet dat hij er gemakkelijk iets aan zou kunnen veranderen. Binnen de EU bestaat de afspraak dat een inwoner van een andere lidstaat voor hetzelfde geld mag studeren als een inwoner van het eigen land. Dus ook in Nederland studeren er mensen uit andere EU-lidstaten, die mede door mij worden gefinancierd. Voor mij persoonlijk vormt dat geen probleem. Waarom zou ik liever voor een Nederlander betalen dan voor een Griek? Ik identificeer me niet zo met Nederland. Mijn eenheid, de groep waar ik me mee verwant voel, is eerder mijn vakgebied, of misschien Amsterdam, en toch ook een beetje de streek waar ik vandaan kom, Noord-Brabant. Met allemaal heb ik een haat-liefdeverhouding, maar dat hoort bij de intensieve relatie. Hier blijkt het verschil: voor Nederland voel ik weinig liefde of haat, het is vooral een gegeven.

Dacht ik.

Want nog afgezien van sportieve zaken, of van taal – gebieden waarin ik niet altijd neutraal sta tegenover het Nederlandse, maar er een voorkeur voor koester – heb ik me juist het afgelopen jaar nogal een Nederlander gevoeld. Het was een jaar waarin ik in Gent heb gewoond om er fulltime te studeren.

Het verzoek om voor Neerlandia iets te schrijven over mijn Vlaamse avonturen, ging gepaard met de suggestie om niet te veel de vergelijking te maken tussen Vlaanderen en Nederland, laat staan om de verschillen te benadrukken. Heel begrijpelijk, zeker vanuit de missie van het ANV (de samenwerking tussen Vlaanderen en Nederland bevorderen), maar nog los van mijn eigen ervaringen en bevindingen werkt het natuurlijk ook andersom: Ik ben geen Vlaming. En hoe graag ik wellicht ook had gewild om mij met open vizier op te stellen, zonder nadruk op de verschillen – het is iets waar je niet altijd omheen kunt.

“Wie denkt er dat logica een buisvak is?”, vraagt professor Joke Meheus. Het is de eerste zin van mijn eerste college van de studie wijsbegeerte aan de Universiteit Gent. Ik steek mijn hand omhoog: “Pardon, maar wat betekent dat, buizen?” – “Ah, een Nederlander, welkom!”, zegt Meheus. Zonder het te willen was ik na één minuut al de Nederlander, om twee redenen:

ik stelde een vraag én ik wist niet wat buizen betekent. Voor wie dat niet herkent: buizen betekent ‘zakken’ of ‘niet halen’.

Op de verjaardag van een Vlaamse vriendin feliciteerde ik, na de jarige zelf, haar geliefde en ouders met haar verjaardag. Ik werd vreemd aangestaard en beschaafd uitgelachen. Onbegrip alom. Waarom zou je de intimi van degene die jarig is, feliciteren? Bleek dat typisch Nederlands te zijn. Wist ik niet.

Thijs Maas treedt op in een collegezaal van de Universiteit Gent.

Maar het zijn niet alleen taalverschillen, of alledaagse rituelen. Het is het consumeren van media die gericht zijn op de vaderlandse politiek en cultuur en sport; net als in Nederland overigens. Het is de muziek van de taal, de toon van de conversatie en de basishouding tegenover de ander. Wie zegt er dat landsgrenzen niet belangrijk zijn voor je identiteit? Alleen kom je er natuurlijk pas achter wat er eigen is aan jezelf en de cultuur waar je een uitkomst van bent, als je met mensen wordt geconfronteerd die andere films hebben gezien. Die een andere geschiedenis hebben, en die je op je wang zoenen als je aan elkaar wordt voorgesteld.

De vraag is of mijn methode van onbedoeld onderzoek, deugt. De grootste verrassing voor mij in het eerste jaar van de studie filosofie is het grote belang van logica, kennisleer en wetenschapsfilosofie. Het gaat om verantwoording van je uitspraken. Dé filosofische vraag lijkt, eerder dan Waarom?, vooral te zijn: Hoe weet je dat? Of concreter, in dit geval: Wanneer mag je een veralgemening maken? Is mijn stiekeme steekproef representatief? Je zou denken van niet: eerstejaars filosofiestudenten in Gent, dat lijkt me nogal specifiek. Ik weet niet goed waarin deze groep precies afwijkt van de gemiddelde Vlaming, maar het lijkt me geen dwarsdoorsnede. Het is wel een aanzienlijke periode, een jaar, en de waarnemingen zijn talrijk, maar om nu aan te nemen dat ik dé Vlaming ken, nee, dan zou ik niet goed hebben opgelet dit schooljaar.

En trouwens, ook al zou het kloppen, wat wil je ermee? Wat heb je er eigenlijk aan, om te weten wat verschillen zijn tussen Nederlanders en Vlamingen? Het hele punt van wetenschap is dat je veralgemeent, maar dat betekent dus dat een individu met gemak helemaal anders kan zijn. Wetenschap kan prachtig zijn, maar het is niet per se van toepassing op het leven op de vierkante meter. Het zegt vooral iets over waarschijnlijkheden. Beter dus om te proberen je beeld over de ander open te houden en iemand niet op zijn categorie en de daarbij horende vermeende essentie aan te spreken. Het is een mens, en veel meer weet je eigenlijk niet. Stel je oordeel uit.

Goed, maar wat kan ik dan wel vertellen? Ik ben bang dat ik weinig kan zeggen over bijvoorbeeld de aansluiting met de middelbare school – het is achttien jaar geleden dat ik daar vanaf kwam. Ook het verschil met het onderwijssysteem in Nederland kan ik moeilijk duiden, omdat ik in Nederland een theater- en een muziekopleiding heb gevolgd. Wel zou ik met gemak een enthousiast pleidooi kunnen houden voor de stad Gent, of een pleidooi voor de filosofie. Twee zaken die ik niet had willen missen, en waar ik in februari naar terugkeer.

Maar ik kies voor een pleidooi voor de Vlaming die opdoemt uit mijn veralgemeningen van de niet-representatieve verzameling Vlamingen die ik heb ontmoet. Los van elke vergelijking, eer ik hier de zachtaardige, scherpzinnige en gastvrije Vlaming. En dat zeg ik niet alleen omdat ze me hebben gesponsord. Maar het helpt wel.

Ja, bovenal zou ik vooral alle Vlamingen en/of Belgen willen bedanken voor de bijdrage aan een mooi jaar. Ik hoop dat ik de investering waard ben.

Thijs Maas (1980) is een Nederlandse zanger en theatermaker. In 2014 won hij met zijn band MAAS de Vlaamse Nekka-wedstrijd. Afgelopen schooljaar studeerde hij wijsbegeerte aan de Universiteit Gent. Contact: thijsmaas@gmail.com.